vaardigheden

THEMATISCH WERKEN

Leerlijn wat betreft de ontwikkeling van specifieke vaardigheden

Mondelinge vaardigheid:
Groep 5:

Hoe moet je een spreekbeurt houden?
(Schematische voorbereiding)
Presentatie over een dier.
Groep 6:
Presentatie over een verkeersmiddel, een diergroep en een belangrijke nationale historische gebeurtenis/ontwikkeling/persoon.
Groep 7:
Spreekbeurt over een dier (Naar aanleiding van een werkstuk).
Presentaties over een onderdeel van de ruimte en een internationale historische gebeurtenis/persoon/ontwikkeling.
Groep 8:
Presentaties over een aspect van Egypte, een onderdeel van het menselijk lichaam, een geheime opdracht en over aspecten uit de 20e of 21e eeuw.

Algemeen:
Aandacht voor en training van duidelijk taalgebruik, het gebruik maken van een schematisch spiekbriefje, ‘het boeiend en origineel’ maken, ICT-gebruik (bijvoorbeeld power point of Keynote) en overleg/samenwerken.

Lees- en luistervaardigheid:
Groep 4, 5 en 7:
Forumlezen, waarbij er steeds meer geëist wordt.

Algemeen:
Aandacht voor en training van ‘het voorlezen’, ‘het luisteren’, aantekeningen maken, duidelijke vragen samenstellen, duidelijk antwoorden noteren, leuke introducties en afsluitingen, samenwerking

Schriftelijke vaardigheid:
Groep 5:

Uitleg van ‘Hoe maak je een poster?’ en het samenstellen van een poster over een dier.
Schema samenstellen als voorbereiding op een spreekbeurt.
Groep 6:
Uitleg van ‘Hoe maak je een muurkrant’ en het samenstellen ervan over een verkeersmiddel, een belangrijk historisch feit, kenmerken van een diergroep.
Het gezamenlijk samenstellen van een werkstuk over het menselijk lichaam.
Groep 7:
Het samenstellen van een muurkrant over een ruimte-aspect en een historisch feit.
Een werkstuk over een diersoort.
Het samenstellen van een gedeelte van dossier Zuid-Amerika.
Groep 8:
Muurkranten bij een onderdeel over Egypte
Het menselijk lichaam en mede bij een facet uit de 20e en 21e eeuw.
Het samenstellen van een werkstuk over een land.
Het mede samenstellen van een natuurverschijnsel-krant.

Algemeen:
Aandacht voor en training van ‘het belangrijkste uit een tekst halen’, het gebruik maken van schema’s, samenvatten, ict-gebruik, samenwerken, illustreren…

Topografische vaardigheid:
Groep 6:

Kennismaking en werken met de atlas (soorten kaarten, register, legenda).
Groep 7:
Herhaling en verdieping bij Dossier Zuid-Amerika.
Groep 8:
Herhaling en verdieping bij de dossiers over de andere werelddelen + schaal en plaatsbepaling op aarde.

 Hoe maak je een MUURKRANT?

Stap 1
Lees veel informatie over je onderwerp. Als je veel over je onderwerp weet, kun je betere keuzes maken. Welk onderdeel doen we wel en welke niet…?
Maak binnen je groep een duidelijke TAAKVERDELING en maak goede afspraken met elkaar. Ieder groepslid is verantwoordelijk voor zijn/haar TAAK.

Stap 2
Ieder groepslid gaat met zijn/haar taak bezig. Je moet  aan bepalen welke informatie over jouw onderdeel BELANGRIJK is. Natuurlijk kun je elkaar ook helpen.

Stap 3
Schrijf de belangrijkste informatie DUIDELIJK op. Probeer het kort en in je eigen woorden op te schrijven (samenvatting). Werk het uit op de computer. Overleg met elkaar over het lettertype en de lettergrootte. Hoe leuker, hoe beter!

Stap 4
Ga op zoek naar plaatjes of maak tekeningen die passen bij de informatie die jij hebt uitgewerkt. Knip de plaatjes/tekeningen netjes uit (je kunt b.v. kaders gebruiken). KLEURRIJK is mooier dan kleurloos…

Stap 5

Voordat je aan het samenstellen van de muurkrant begint laat ieder groepslid zien wat hij aan informatie uitgewerkt heeft en welke plaatjes/tekeningen hij heeft verzameld. Zo nodig worden er bepaalde AANPASSINGEN gemaakt.

Stap 6
Je gaat nu de muurkrant samenstellen:

  1. Leg de plaatjes, tekeningen en stukken tekst op grote flappen. Schuif net zolang totdat jullie denken: ‘JA, ZO ZIET HET ER GOED UIT’. Zorg ervoor dat de onderdelen die bij elkaar horen ook daadwerkelijk bij elkaar liggen. Elk onderdeel moet duidelijk te zien zijn.
  2. Plak het NETJES
  3. Bedenk/kijk of de muurkrant nog mooier/OPVALLENDER kan worden gemaakt.

Stap 7
De muurkrant is klaar.
Je kunt hem nu gebruiken om de andere kinderen van de klas over je onderwerp te vertellen. Gebruik de muurkrant als onderdeel van een leuke PRESENTATIE.

Beoordeling: MUURKRANT + PRESENTATIE
Bij de beoordeling van de samenstelling van een muurkrant en de uitvoering van een presentatie let je op verschillende onderdelen.
Ten eerste wordt gekeken hoe de samenwerking is in de groep:

  • Lukt het om een duidelijke taakverdeling te maken?
  • Is er regelmatig overleg, help je elkaar?
  • Hoe is de samenwerking bij het samenstellen van de muurkrant?
  • Hoe is de samenwerking bij de voorbereiding en uitvoering van de presentatie?

Daarnaast wordt gekeken hoe JIJ bezig bent met het werk:

  • Ben je gericht bezig met de uitvoering van je taak?
  • Vraag je om uitleg als dat nodig is?
  • Houd je je aan de richtlijnen voor het samenstellen van een muurkrant?
  • De inhoud van jouw onderdelen (taak}?
  • Je bijdrage bij de voorbereiding en uitvoering van de presentatie?
  • Je spreekvaardigheid.
  • Je inzet.

Gedurende het project vinden regelmatig beoordelingen plaats, waarbij gekeken wordt naar bovenstaande onderdelen. Deze beoordeling worden genoteerd op een speciaal blad.

De uiteindelijke cijfers die je krijgt voor de muurkrant en de presentatie zijn gebaseerd op alle beoordelingen die je hebt gekregen.

De richtlijnen voor het samenstellen van een muurkrant zijn:

  • Maak een duidelijke taakverdeling.
  • Ga op zoek naar belangrijke informatie en lees die goed door.
  • Maak samenvattingen van de belangrijkste informatie.
  • Zoek naar illustraties die passen bij die samenvattingen.
  • Knip de informatie en illustraties netjes uit!
  • Overleg goed met elkaar voor je het materiaal op de muurkrant plakt en let goed op waar en hoe je plakt.

 

Hoe maak je een WERKSTUK?

Stap 1
Denk goed na over de onderwerpen die je kunt kiezen. Voorwaarde is dat je het onderwerp dat je kiest zelf interessant vindt. Je moet er zin in hebben om er meer (veel !) over op te zoeken. Daarnaast is het ook fijn als je onderwerp anderen nieuwsgierig maakt.
Als je zelf al iets van je onderwerp afweet, wordt het iets gemakkelijker om een goed werkstuk te maken.

Stap 2: Informatie
Verzamel informatie over je onderwerp. Beperk je niet tot internet, maar zorg er ook voor dat je één of meer boeken hebt. Als je een goed werkstuk wilt maken, moet je veel over je onderwerp weten.
Eerst goed lezen dus!
Tijdens het lezen kun je al aantekeningen maken. Doe dit in een woordveld.
Noteer in het midden van een blaadje je onderwerp en schrijf er omheen die onderdelen die belangrijk zijn.
Je kunt dit op je eigen manier doen. Als je je eigen woordveld maar snapt.

Stap 3: Ordenen
De informatie die je hebt gelezen en de aantekeningen die je daarbij hebt gemaakt, moet je nu gaan ordenen. Wat hoort bij elkaar?
Zo krijg je een aantal hoofdstukken binnen je onderwerp. Dit wordt de hoofdstukindeling of inhoudsopgave van je werkstuk.
Ook belangrijk is om goed na te denken in welke volgorde je de hoofdstukken in je werkstuk aan de orde wilt laten komen.

Stap 4: Uitwerking… klad
Je begint nu aan de uitwerking van je werkstuk. Je kunt dit hoofdstuk voor hoofdstuk doen. Lees de informatie die past binnen een hoofdstuk goed en probeer dan de belangrijkste informatie ‘in eigen woorden’ op te schrijven.
Schrijf nooit iets op wat je zelf niet begrijpt!
Denk je dat iets belangrijk is, maar begrijp je het niet zo goed…vraag dan om uitleg aan de juf/meester of aan je ouders.
Het is ook handig om een stuk tekst dat je uitgeschreven hebt meteen na te lezen en te controleren op duidelijkheid en taal.
Het bespaart tijd om de tekst meteen op de computer te zetten, maar een eerste uitwerking met pen en papier mag natuurlijk ook.

Stap 5: Controle
Lever je ‘klad-werkstuk’ in bij de juffrouw of meester. Zorg ervoor dat het goed te lezen is en dat het in de juiste volgorde ligt.

Stap 6: Illustraties
Terwijl je klad-werkstuk nagekeken wordt kun je op zoek gaan naar plaatjes die passen bij verschillende onderdelen van je werkstuk. Ook kun je tekeningen maken. Ga ook op zoek naar een plaatje dat als voorkant kan dienen. Een mooie tekening kan natuurlijk ook.

Stap 7: Uitwerking… net
Het werkstuk is nagekeken en je kunt nu bezig met de NET uitvoering. Het mooiste is direct op de computer. Je kunt dan verschillende lettertypes gebruiken, kleur, verschillende lettergrootten, onderstrepingen, dikgedrukte letters e.d.
Als je weet hoe je plaatjes van internet bij de stukken tekst kunt ‘plakken’ dan moet je dat doen.
Een werkstuk geschreven en met keurig uitgeknipte en opgeplakte plaatjes is ook prima.
Het is heel belangrijk dat je de verbeteringen en/of aanpassingen maakt die de juf/mees bij het nakijken heeft aangegeven.

stap 7: Eisen
Als je de inhoud van het werkstuk hebt uitgewerkt let dan op de volgende eisen:

  • Noteer op de voorkant de titel van je werkstuk + je naam.
  • Na de voorkant komt de inhoudsopgave (de hoofdstukken).
  • Schrijf op de bladzijde daarna een inleiding/voorwoord waarin je aangeeft waarom je het onderwerp gekozen hebt.
  • Nummer de bladzijden vanaf het voorwoord (dus voorwoord = blz.1).
  • Schrijf na het laatste hoofdstuk een nawoord, waarin je schrijft wat je vond van het maken van je werkstuk.
  • Besluit je werkstuk met de bronvermelding. Dus noteer welke internet-sites, boeken, eventuele andere naslagwerken je hebt gebruikt.

 

Hoe maak je een POWERPOINT- of KEYNOTEPRESENTATIE?

Stap 1
Lees veel informatie over je onderwerp. Als je veel over je onderwerp weet, kun je betere keuzes maken. Welk onderdeel doe je wel en welke niet.
Maak binnen je groep een duidelijke TAAKVERDELING en maak goede afspraken met elkaar. Ieder groepslid is verantwoordelijk voor zijn/haar TAAK.

Stap 2
Ieder groepslid gaat met zijn/haar taak bezig. Je moet gaan bepalen welke informatie over jouw onderdeel BELANGRIJK is. Natuurlijk kun je elkaar ook helpen.

Stap 3
Schrijf de belangrijkste informatie DUIDELIJK op. Probeer het kort en in je eigen woorden op te schrijven (samenvatting). Werk het uit op de computer (korte tekst voor je PowerPoint/keynote, meer tekst voor je presentatie). Overleg met elkaar over het lettertype en de lettergrootte. Hoe leuker, hoe beter!

Stap 4
Ga op zoek naar plaatjes (en bewaar deze op je computer of memorystick in een mapje dat je voor deze presentatie hebt gemaakt) of maak tekeningen (die je dan wel moet kunnen scannen) die passen bij de informatie die jij hebt uitgewerkt. Kopieer deze plaatjes in je PowerPointpresentatie.  Wacht met het ‘versieren’ van je PowerPoint, totdat je presentatie compleet is (dus ook met die van andere groepsleden, dat is stap 5).

Stap 5
Voordat je aan het samenstellen van de PowerPointpresentatie begint laat ieder groepslid zien wat hij aan informatie uitgewerkt heeft en welke plaatjes/tekeningen hij heeft verzameld. Zo nodig worden er bepaalde AANPASSINGEN gemaakt.

Stap 6

  • Je gaat nu de PowerPoint-/Keynotepresentatie samenstellen/ samenvoegen: bepaal de volgorde van de plaatjes, tekeningen en plaats er je korte verduidelijkende tekst bij. ‘Schuif’ net zolang totdat jullie denken: ‘JA, ZO ZIET HET ER GOED UIT’. Zorg ervoor dat de onderdelen die bij elkaar horen ook daadwerkelijk bij elkaar staan. Elk onderdeel moet duidelijk te zien zijn.
  • Gebruik niet teveel plaatjes op één pagina, daar wordt het onoverzichtelijk van.
  • Voordat je bezig gaat met ‘mooier maken’ van je PowerPointpresentatie bewaar (save) je je PowerPointpresentatie. Hiermee voorkom je dat door een ‘ongelukje’ al je werk verloren gaat
  • Bedenk/kijk of de presentatie nog mooier/OPVALLENDER kan worden gemaakt. Binnen PowerPoint en Keynote zijn eindeloze mogelijkheden om achtergronden te kiezen of hoe tekst en plaatjes verschijnen. Zelfs geluidseffecten zijn mogelijk.

Stap 7
De PowerPoint-/Keynotepresentatie is klaar. Je kunt hem nu gebruiken om de andere kinderen van de klas over je onderwerp te vertellen. Gebruik de PowerPoint als onderdeel van een leuke PRESENTATIE.