Fragment uit de Magiër van Duivelstad

Bij de Avonturiers was de spanning te snijden.

Ruud had niet de moeite genomen de kinderen van zijn groep gerust te stellen, nadat ze begrepen welke vreselijke tocht hen te wachten stond.

Als laatste groep hadden ze eenvoudig de ‘magische klanken’ gevonden en nu waren ze bezig met de pijlenroute, waarbij Paul, gewapend met de zaklantaarn, de groep aanvoerde.

Ruud had tot nu toe weinig gezegd. Hij had zich in zijn gedachten teruggetrokken.

Al tijdens het verhaal had hij in zichzelf een verandering waargenomen. Zijn enthousiasme was plotseling verdwenen en een moeilijk te definiëren gevoel (tegenzin?) was ervoor in de plaats gekomen.

Zijn geest sprong van de ene gedachte naar de andere.

Toen de derde pijl door Paul was gelokaliseerd, waren Ruuds gedachten bij dit eindspel.

Goed beschouwd was het niet zo’n geweldig spel. Al jaren zochten ze die geluiden, volgden ze de pijlen en ook die vuurkuil was allang geen hel meer.

Eigenlijk waren de onderdelen vrij afgezaagd (zig-zag) aan het worden. Het zou best leuk zijn (zaag-zaag) om eens wat nieuwe activiteiten toe te voegen.

Met een schok keerde Ruud terug in de realiteit…hij liep met zijn groep naar een reflector.

Maar..waarom had hij een mes in zijn handen?

Hoe kwam hij aan dat mes?

(KLAP… iets nieuws… zagen… ja, te gek…)

Rishma begreep absoluut niet wat er gebeurde toen Ruud haar van achteren beet pakte. Ze voelde dat er iets scherps tegen haar keel werd gedrukt, maar toen de zaagbeweging begon, verdween de pijn snel.

<TERUG