januari 2019

De eerste maand van 2019 kon ermee door. Het jaar startte met het nieuwe boek van Karin Slaughter, toch zeker een goed begin van het jaar. Hier mijn lijst van januari:

  1. Gespleten – Karin Slaughter
  2. Verleden tijd – Lee Child
  3. Dagboek van een verdwijning – Camilla Grebe
  4. De echtgenote – Alafair Burke
  5. Donker water – Robert Bryndza
  6. Kinderen van de sekte – Mariette Lindstein
  7. De lange weg naar genade – David Baldacci

 


‘Gespleten’ is een los verhaal van de Amerikaanse schrijfster, die haar verhalen vaak baseert op waargebeurde misdaden. Op een dag zit Andrea met haar moeder in een restaurant, als er opeens een gewapende man binnenkomt. Stomverbaasd ziet ze dat haar moeder op koelbloedige wijze deze man uitschakelt en dood. Ze begrijpt dat haar leven bestaat uit een leugen… dat haar moeder totaal iemand anders is dan ze dacht. Boeiend om Andrea’s onderzoek naar haar moeders verleden te volgen.


Alweer de 24ste thriller van de Engelse (!) schrijver Lee Child met Jack Reacher, de door de Verenigde Staten ronddwalende oud MP-agent. Eigenlijk toevallig komt hij bij zijn omzwervingen terecht bij het naambord van een klein plaatsje, dat hij kent omdat zijn vader er geboren is. Hij besluit er een kijkje te gaan nemen en natuurlijk raakt hij betrokken bij allerlei criminele zaken die er spelen. Ik heb het verhaal met plezier gelezen, in een lekker tempo en voor mij is het  een van de betere Reachers.


‘Dagboek van een verdwijning’ is het tweede boek van de Zweedse schrijfster Camilla Grebe. Haar eerste boek (‘De minnares’) heb ik (nog) niet gelezen. Het verhaal speelt zich af in een superklein gehucht in een bosrijk gebied in Zweden. Malin, nu politieagente, vond in het bos acht jaar eerder het skelet van een kind en nu is ze onderdeel van het team dat deze ‘cold case’ onderzoekt. Het boek werd uitgeroepen tot de beste Zweedse thriller van 2017. Camilla Grebe schreef samen met Paul Leander-Engstrom de driedelige ‘Moskou Noir-serie’.


Alafair Burke kende ik al als co-writer van Mary Higgins Clark. Ze schreven samen een aantal thrillers. In ‘De echtgenote’ wordt Jason beschuldigd van seksueel wangedrag en zijn vrouw Angela staat centraal in het verhaal. Ik ga er verder niet teveel over vertellen, het is leuker om zelf te ontdekken hoe het ‘in elkaar zit’, maar het boek is beter dan menig verhaal van Higgins Clark.


‘Donker water’ is het derde boek dat ik heb gelezen van de in Slowakije wonende Engelse schrijver Robert Bryndza. Het is ook het derde boek met inspecteur Erika Foster (Slowaakse afkomst). In een groeve wordt het lichaam van een meisje gevonden, dat zesentwintig jaar eerder spoorloos was verdwenen. Het boek kon me iets minder boeien dan de eerdere boeken van Bryndza, maar dat wil niet zeggen dat het niet de moeite waard was. Zijn vierde boek komt er al weer aan en ook die ga ik zeker lezen.


‘Kinderen  van de sekte’ is het derde deel van een trilogie rondom de charismatische sekteleider Franz Oswald. De Zweedse schrijfster Mariette Lindstein verwerkte eigen ervaringen in deze drie delen rondom een sekte, want ze belandde op jonge leeftijd bij de scientology-kerk en werkte 27 jaar onder leider David Miscavige. In 2004 wist ze te ontsnappen. Natuurlijk best interessant om de boeken te lezen, met dit gegeven op de achtergrond, maar nadeel van de boeken is dat ze teveel op elkaar lijken. Je leest een beetje, wel met allerlei variaties, drie keer hetzelfde en dan wordt het toch minder boeiend.


In ‘De lange weg naar genade’ (belachelijke titel eigenlijk) introduceert veelschrijver David Baldacci een nieuw personage. Speciaal agent Atlee Pine is een FBI-eenling is het westen van de USA. In en rond de Grand Canyon gebeuren vreemde dingen en zij gaat op onderzoek uit. Het verhaal kon me niet boeien, ook omdat het misschien nogal onwaarschijnlijk overkomt. Baldacci is een schrijver waarvan de eerste boeken die hij schreef de betere zijn. Er zijn wel meer schrijvers waarbij dit het geval is… misschien schrijven ze teveel boeken…