Boekenblog mei
Alweer een vrij drukke leesmaand. Zeven boeken en met de achtste ben ik bezig. Nogal grote verschillen in kwaliteit deze maand.
- De ontdekking – Harlan Coben
- Oxen 4, Wolf – Jens Henrik Jensen
- Kom je spelen? – M.J. Arlidge
- Donker water – Michaela Bley
- Dochter vermist – Michaela Bley
- Leugenaar – Sarah Naughton
- De vos – Frederick Forsyth
Harlan Coben is denk ik wel de beste thriller-auteur van de laatste vijftien jaar. Hij heeft ondertussen al meer dan dertig boeken op zijn naam staan, waaronder drie Young adult thrillers. Elf van zijn boeken draaien om Simon Bolitar, de overige staan los. ‘De ontdekking’ is er daar een van. Simon en Ingrid zijn op zoek naar hun verdwenen, drugsverslaafde, dochter die, zo blijkt later, een connectie heeft met een sekte. Ingrid wordt neergeschoten en Simon krijgt dan hulp van een privé-detective die een geheel ander spoor volgde. Spannend, lekker vlot te lezen en redelijk verrassend.
‘Oxen 1,2,3’ vormden een trilogie rond Niels Oxen, de hoogst onderscheiden Deense militair die a la Jack Reacher afstand heeft genomen van het normale leven en betrokken raakt bij het ontmaskeren van een geheime organisatie. Deel 4 ‘Wolf’ staat daar los van, hoewel er nog wel een zekere link met de eerste drie delen is. Oxen ontdekt nu een andere organisatie die in bepaalde gevallen ‘eigen rechter’ speelt. Iets minder misschien in vergelijking met de trilogie, maar zeker interessant en de moeite waard. Overigens heeft Jensen ook drie andere boeken geschreven, waarvan twee onder een pseudoniem,… geen idee of die nog verkrijgbaar zijn.
M.J. Arlidge, al erg veel voorkomend in de voorgaande boekenblogs, besloot een uitstapje te maken. Nu geen Helen Grace, maar een zekere Cassie… een vijftienjarig meisje die door de blik van mensen op te vangen, hun dood voorziet. Dit gebeurt ook bij een aantal personen, waarbij ze weet dat ze op een vreselijke manier zullen worden vermoord. Deskundige Adam Brandt is de enige die oor heeft voor haar noodkreten en raakt er daardoor meer bij betrokken dan hij zou willen. Het lijkt wel spannend, en dat is het zo nu en dan ook wel, maar toch valt het tegen. Ik denk vooral omdat Cassie een te onrealistisch personage is. Op naar de volgende Helen Grace…
Het vierde boek van de Zweedse schrijfster Michaela Bley is juist verschenen. De voorgaande drie ontving ik tegelijk en ik ben ze achter elkaar aan het lezen (ik ben in de derde bezig… volgende maand).
Hoofdpersoon in de verhalen is Ellen Tamm, misdaadverslaggever bij de televisiezender TV4. Zij verloor op achtjarige leeftijd haar eeneiige tweelingzus en dat trauma speelt op de achtergrond als ze onderzoek en verslag doet naar de verdwijning van het meisje Lycke. In ‘Dochter vermist’ wordt deze speurtocht, niet echt superspannend, beschreven. Het boek eindigt vrij abrupt en gaat (bijna) naadloos verder in het tweede boek ‘Donker water’. Ellen logeert bij haar moeder om aan haar jeugdtrauma te werken, maar al snel duikt ze bovenop een wat vreemde moord in een nabijgelegen dorpje. Ik vond dit verhaal beter dan het eerste. Er gebeurt meer en de betrokkenheid (als lezer) is groter. Ik ben benieuwd of deze lijn zich voorzet in haar derde boek.
Ik las debuutthriller ‘Leugenaar’ van Sarah Naughton meteen na ‘Achter de voordeur’ van Alex Marwood (zie boekenblog april) en dacht even in een kopie terecht te zijn gekomen. Ook hier iemand die zich min of meer afgesloten heeft van de buitenwereld en in een pand (in dit geval een oude kerk) terecht is gekomen met meerdere huurders… en ook hier een (zelf) moord. Jody probeert te achterhalen of er inderdaad sprake is van een zelfmoord of een moord. Wel beter geschreven en iets boeiender dan het verhaal van Marwood. Niet echt spannend.
‘De vos’ van oudgediende Frederick Forsyth brengt je een beetje terug naar het verleden, waar tijdens de koude oorlog spionageromans gretig aftrek vonden. Het verhaal speelt zich wel af in deze tijd, maar de stijl van vertellen is ‘ouderwets’. Echt spannend is het niet… het is meer een verslag van gebeurtenissen. De vos is een autistische scholier die op briljante wijze de firewalls van allerlei instanties weet te kraken, waaronder die van Noord Korea en Russische opvolger van de KGB. Achter de schermen doen een Engels oudgediende en een Russische veteraan een partijtje armdrukken. Het verhaal stelt weinig voor als je het vergelijkt met prima thrillers van Forsyth, zoals ‘De dag van de jakhals’.