De Mummies sluipen over het vlakke terrein gelegen achter het landhuis. Het is een vrij groot gebied bestaande uit zand, stroken gras, kleine struiken en rotspartijen. Hier speelt ‘Dienaren van de Schemering’ zich af.
Het is een eenvoudig spel. Ze moeten zich geruisloos door het maanverlichte donker verplaatsen en goed luisteren naar geluiden die zo nu en dan te horen zijn. Deze geluiden, zo heeft meester Theo verteld, worden gemaakt door de Lezer, de Nachtwaker, Champollion, de Angsthaas en de Voorspeller.
Ze hebben zojuist een bezoekje gebracht aan Champollion, die ze vonden door af te gaan op een ratelend geluid. Dat geluid maakte Champollion door een speelgoedratelslang heen en weer te bewegen. Champollion had hun allemaal even dromerig aangekeken en vervolgens elke Mummie een liefdevolle kus gegeven.
Champollion, Fransman die in 1822 de hiërogliefen wist te ontcijferen. Dit lukte hem met behulp van de ‘Steen van Rosette’, een stuk zwart basaltsteen waar dezelfde boodschap in drie talen -14 regels Hiëroglifisch, 32 regels Demonisch en 54 regels Grieks- stond genoteerd. Deze steen werd in 1799 bij de plaats Rosette gevonden.
De tekst is geschreven 196 voor Christus.
Meester Theo heeft gezegd dat het bij dit spel niet alleen gaat om het opsporen van de geluiden, maar vooral goed te onthouden wat er bij elk geluid gebeurt.
Het eerste geluid, een klikkend apparaatje, hebben ze erg gemakkelijk weten te vinden. Ze stapten via de keuken het landhuis uit en hoorden vrijwel meteen ‘klik-klik’. Ze hadden meester Jan, die achter in een pick-up lag, snel ontdekt. Hij bleek de Nachtwaker te zijn en leerde hun een beschermingsliedje (‘Bum-Chili-La’). Daarna waren ze op het fluitende geluid afgegaan, gemakkelijk te herkennen want bij de gymlessen is dat geluid regelmatig te horen. Xena was zeer verbaasd toen ze ontdekte dat meneer Philip, als De Lezer, voor het geluid bleek te zorgen. Meneer Philip was kortaf en duidelijk geweest. Zit. Luister. Stil. Hij had een boek geopend en een stuk daaruit voorgelezen over hoe waardevol lezen is.
Nu, na de kus van Champollion, zijn ze op weg naar het vierde geluid…’Klepperklep, klep, klep.’
Het geluid komt bij een rotspartij vandaan aan de rand van de knoek. Dat is duidelijk. Ze blijven weer even staan.
‘Klepperdeklep, klep, klep.’
“Hierheen juf.”
Zilha, die tijdens het spel steeds vooraan heeft gelopen, vertrekt meteen in de richting van het geluid. Xena vindt het prima en ook de andere Mummies schijnen er geen probleem mee te hebben. Ze klauteren achter Zilha aan over een aantal rotsen.
“Ja hier,” roept Zilha blij.
Ze verzamelen zich rond een gemaskerd figuur die op de grond zit en waarvan de armen bewegen.
“Wie ben jij?” vraagt Zilha.
“Iiiikk bbenn dedede Angsthaas,” zegt juf Selpha, want Xena herkent meteen de stem van de juf. “Lllluissster ggoed nnaar me. Alalals er grgroot gevgevaar is doedoe dan DDD.”
Terwijl de juf dit uitspreekt bewegen haar armen schokkend heen en weer.
“Wat is DDD?” vraagt Zilha.
“DeDeDe is DuDuiken, DuDoodstil, DuDonker. Duduik op de grond, wwees Dudoodstil en mmaak geen llicht.”
De juf pakt vervolgens een voorwerp van de grond. Het zijn twee witte handjes die zijn bevestigd aan een steeltje.
‘Klepperdeklep, klep,klep’