Sfeer

Sfeer, motivatie en ontwikkeling

Binnen het onderwijs spelen deze drie  pijlers een belangrijke rol. Grappig dat een niet specifiek onderwijsgegeven het allerbelangrijkste is: Sfeer.

Een goede werksfeer levert beter werk op. Dat is niet alleen op een school het geval, maar dat geldt voor alle instanties waar samenwerking gevraagd wordt. Op een school is er de directeur en het team, de teamleden onderling, teamleden en ouders, de leerkrachten met de kinderen en de kinderen onderling. Zij moeten allemaal met elkaar samenwerken, met elkaar communiceren, met elkaar omgaan.

Hoe beter de sfeer tussen de betrokkenen, hoe groter de motivatie zal zijn en hoe meer je zult bereiken.

Aan het verbeteren en optimaliseren van de sfeer op een school moet veel meer tijd en aandacht besteed worden. Als elke school de vrijheid krijgt een eigen werkplan op te zetten en te ontwikkelen (‘de eigen route naar de einddoelen’), waarbij elke betrokkene zijn aandeel heeft, dat ontstaat er een gevoel saamhorigheid en wordt de school voor een leerkracht ‘zijn school’.

‘In Nederland stopte ik superveel tijd in school. We waren samen bezig met een levendige innovatie. Het werd MIJN school, waar ik een flinke steen aan kon bijdragen en waar mijn werkzaamheden door collega’s en kinderen werden gewaardeerd.’

Dat gebeurt alleen als de sfeer goed is. Kinderen zien hoe de leerkrachten van een school met elkaar omgaan en verbinden daar conclusies aan.

 

  1. WAT JE GEEFT KRIJG JE TERUG

‘Vrij onbevooroordeeld ging ik de eerste schooldag op Aruba naar mijn werk. Ik stond voor het eerst van mijn leven voor een vierde klas (groep 6) . Ik sprak de kinderen aan zoals ik gewend ben kinderen uit groep 7 en 8 aan te spreken, behandelde ze dus niet als kleine kinderen (volwassen taal) en legde ze uit hoe ik met ze wilde werken. Ik vertelde over leuke activiteiten die ik in Nederland heb meegemaakt. Er werd veel gelachen. Het klikte meteen. De kinderen accepteerden die vreemde man die nieuw op school was. Ook de ouders waren ‘zeer tevreden’, ik neem aan omdat de kinderen met positieve verhalen thuiskwamen. Ik vierde al snel mijn verjaardag… overdag in de klas (dat mocht eigenlijk niet, want het stond niet op mijn rooster, maar ik deed het stiekem wel), ’s middags en ’s avonds op school. Waterspelen, lekker eten, een sluipspel en een spannende tocht die eindigde in de gymzaal.’

Ja, je moet er wat voor over hebben om iets te bereiken!

Misschien kan ik de sfeer op de school waar ik werkte het beste weergeven via een voorbeeld. Er stonden voetbaldoelen op de speelplaats, maar er mocht niet worden gevoetbald …

De vergadering

‘Een half jaar later zitten alle leerkrachten tijdens de pauze in de koffiekamer. Er loopt niemand buiten. Een vergadering die even noodzakelijk is (geen idee waar het over ging). Natuurlijk is de vergadering na 15 minuten nog niet afgelopen. De schoolbel wordt geluid door de daarvoor verantwoordelijke zesde klasser. Ik werp een blik door het raam van de koffiekamer en zie hier en daar stukken rij ontstaan. Mijn kinderen staan er allemaal. Een minuut later is mijn klas verdwenen. Elders op de speelplaats viert onrust hoogtij. Als ik even daarna mijn klas binnen stap zitten de kinderen gewoon in hun groep en zijn ze aan het werk. Ze weten wat ze moeten doen, want dat bespreek ik elke ochtend. Ik had nog gerust een kopje koffie kunnen drinken ‘

 

  1. HUMOR

Lachen is gezond. Op die eerste dag van een schooljaar besprak ik zeker met een klas het onderwerp ‘wat is leuk?’. Is het in groep 8 nog steeds leuk om in de rij degene die voor je staat een duw te geven en dan zelf erom te lachen? Iets wat je ook al ‘leuk’ vond in groep 4. Lach je nog steeds om zoiets? Ben je niet ouder geworden?

Iedereen begrijpt dat ook wat dit betreft een ontwikkeling logisch is. Ik heb dan altijd een verhaal bij de hand (kwam ik ooit tegen in “ De wereld volgens Garp “ – John Irving) waarbij ik bepaalde scenes uitbeeld.

Een hond die klaar staat (net zoals een gasgevende auto voor vertrek) om naar een kat te snellen om het misbaksel in stukken te scheuren. De hond zit echter vast aan een lange ketting en als  hij vertrokken is, rolt de ketting uit en de bek met vlijmscherpe tanden komt tot  10 centimeter  van de eigenwijze snuit van de kat, die precies weet hoe lang de ketting is en ijskoud blijft zitten, de hond smalend aankijkend.

Dit beeld ik uit en de kinderen lachen zich rot.

Kern van mijn ‘les’ is de constatering dat het veel leuker is om samen lol te hebben, in plaats van iemand die zijn eigen grap geweldig vindt terwijl anderen zoiets hebben van ???

Relativerend

Humor in de klas/op school is zeer belangrijk. Even keihard lachen na hard te hebben gewerkt heeft een relativerend effect. Serieus bezig zijn en even een grap tussendoor geeft een opbeurend gevoel. Een grap en lachen doorbreekt de sleur. Het geeft positieve energie!

Zeker aan het einde van de dag en als afsluiting van de week is ‘even lol hebben’ van groot belang, want dat gevoel nemen de kinderen mee naar huis en dat brengen ze over. Misschien was het wel een verschrikkelijk saaie dag, maar door een toepasselijke afsluiting kan een negatief gevoel weggenomen worden.

Wat is humor?

Als je een ‘grap’ maakt en je ziet allemaal onbegrijpelijke gezichten op je gericht dan sla je de plank volledig mis. Ook als jij de enige bent die lacht. Iets  overdreven uitbeelden werkt altijd, spelen met taal (overdrijven, fantasie, woordgrappen) biedt veel mogelijkheden. Als je een glimlach op de gezichten weet te toveren, dan ben je al goed bezig. Zo van ‘eerst verbazing (wat doet de meester?)’, naar glimlach, naar grijnslach (wat een maf!). Het is superbelangrijk voor de sfeer in de klas. De kinderen leren de leerkracht zo ook kennen. Hij is niet alleen die serieuze persoon die ons steeds aanspreekt op ons werk en onze houding, maar hij is ook iemand anders. Iemand waar je echt lol mee kunt hebben.

Verplicht op het rooster

Ik vraag regelmatig aan de kinderen: Maken leraren wel eens een grap? Doet een leraar wel eens maf?

Het komt weinig voor. Hebben de leraren geen humor of kunnen ze het niet opbrengen? Ik vind het moeilijk te doorgronden, want een klas die vrolijk is door iets wat jij gedaan hebt,  geeft je toch een fijn gevoel. Het is positieve energie en die pik je op en dat geeft je weer de wil om het onderwijs zo goed mogelijk te doen en zo aantrekkelijk mogelijk te maken.

Nog erger dan de huidige saaiheid is het als kinderen die een eigen gevoel voor humor hebben totaal niet gewaardeerd worden. Hun grappen (die echt wel gewoon leuk kunnen zijn!) worden gezien als storend en leveren eerder strafwerk op dan vrolijkheid. Vaak wordt er ‘onvoldoende gedrag’ in het rapport genoteerd. Het moet stil zijn in de klas want alleen dan is goed en serieus werk gegarandeerd. Wat een lachertje. Dat is een erg foute veronderstelling.

Er zou verplicht op het rooster moeten staan: Lachen. Dagelijks minstens een kwartier, geïntegreerd in het programma. Niet steeds dezelfde grap (hoewel dat op bepaalde momenten wel goed kan werken), niet alleen de leerkracht die grappig is, maar ook kinderen hun kansen geven. Of een grappig verhaal, of een ‘grappig’ stencil, of een grappig spel. Ik weet er wel een aantal.

Wil je een goede sfeer waarin de kinderen zich goed voelen, betrokken zijn en daardoor hun werk goed doen, dan is humor een absoluut noodzakelijke voorwaarde om dat te bereiken. Dat geldt overigens niet alleen voor een klas of school…

 

  1. BETROKKENHEID

 

De Spaarpot

Iets wat op een moment spontaan bij je opkomt:

‘ Jongens en meisjes, ik heb een idee. Als we nu elke vrijdag geld meenemen…een kwartje, vijftig cent, een gulden…dan hebben we aan het einde van het jaar aardig wat geld bij elkaar gesprokkeld en kunnen we samen iets leuks gaan doen. Zelf draag ik een gulden bij voor elke 10 die er bij proefwerken, dictees e.d.  gescoord wordt.’

Het kost je wat administratie-tijd, je moet opletten dat er thuis geen portemonnees worden geplunderd en je moet natuurlijk wel iets aparts organiseren als het geld opgemaakt gaat worden. Uiteindelijk hadden we meer dan duizend gulden bij elkaar en brak de Spaarpot dag aan.

’s Middag uit school, gekleed in een Spaarpot dag T-shirt (ouders), een speurtocht naar een pizzeria voor een drankje. Daarna met de bus (ouder) naar het strand, lekker zwemmen afgewisseld met waterspelletjes. Vervolgens een cryptotocht (raadsels) van het strand naar Macdonalds (hap, hap) en tenslotte wederom met de bus naar het huis van een leerling voor een (echte) disco en een klein griezelspel.

Of de kinderen het leuk vonden?

Ouders

Nu moet ik er wel bij vermelden dat ik ontzettend veel geluk heb gehad had met de ouders, die me op allerlei manieren hebben geholpen. Aan de andere kant zie je zo maar weer hoe belangrijk het is als kinderen thuis komen met positieve verhalen en (regelmatig) blije gezichten.

Later had ik dezelfde groep kinderen opnieuw en we gingen vrolijk verder op de weg die we eerder hadden ingeslagen. Het resulteerde zelfs in een soort griezelavond, georganiseerd door de kinderen, waarbij de ouders de slachtoffers waren. Kinderen die trots zijn op hun verantwoordelijke rol en  die genieten van gillende (en vooral heel hard lachende) ouders. We kregen er natuurlijk ook iets voor terug.

Schoolkamp en musical

Natuurlijk konden deze twee zware, maar o zo gave activiteiten niet uitblijven. De toenmalige directrice van de school was er niet zo blij mee, maar de ouders wel. En de kinderen ook. Met een vader reed ik op een middag verschillende terreinen af, op zoek naar het meest ideale kampterrein. Het werd uiteindelijk landhuis Rojer, prachtig gelegen vlakbij Ayo. Een kamp waarin een raadselachtige gebeurtenis in Egypte een belangrijke rol speelde en waar een tocht door het Dodenrijk uiteindelijk de oplossing bracht…en behalve herinneringen, een gave kampkrant en een toepasselijk T-shirt.

Dat ook de musical zich voor een groot deel afspeelde in het oude Egypte zal u misschien niet verbazen. Ik had wel een sarcofaag nodig en alweer bent u waarschijnlijk niet verbaasd dat een ouder dat wel even voor ons maakte. Die sarcofaag heeft overigens in de loop der jaren al heel wat avonturen meegemaakt en heeft een ereplaats in mijn werkruimte. Daar staat hij te trappelen van ongeduld.

 

  1. ACTIES

Op een maandagochtend komen de kinderen op school en zien ze een grote flap hangen. Hierop staat geschreven:

In de ruimte is een Onbekend Vliegend Voorwerp gesignaleerd. NASA probeert radiocontact met de ‘Vliegende Schotel‘ te krijgen… tot nu toe zonder resultaat. Het Onbekende Vliegende Voorwerp lijkt op de aarde af te koersen.

Via een dagelijks terugkerende flap ontdekken de kinderen dat de vliegende schotel richting (waar uw school is) vliegt en wel eens vlakbij de school zou kunnen landen. Ook is het volgende bericht ontcijfert:

Daar waar wij landen willen wij een ruimtelied  horen, moeten wij gebouwde ruimteschepen en ruimtetekeningen aantreffen en zal de kennis over de ruimte groot moeten zijn…’

De maandag daarop landen, onder speciale geluiden en met behulp van wat rookbommetjes, twee ruimtewezens op de speelplaats. Zelf mocht ik optreden als ruimtewezen (Gogo genaamd). Alle klassen werden bezocht.

‘Ik stapte een klas binnen (waar de kinderen vol spanning zaten te wachten) en maakte met behulp van een walkietalkie (inderdaad, het is een tijdje geleden) contact met medereiziger Dwingle, die zich vervolgens bij me voegde. De liedjes waren rijk aan fantasie en elke klas was super ruimtegezellig ingericht, maar het meest verbazingwekkend was toch wel de aanwezige kennis.’

De kinderen hadden in die week meer geleerd over de ruimte dan 25 lessen zouden kunnen bewerkstelligen. En dat niet alleen. Wat denkt u van ‘het samen eraan werken’, de gezamenlijke spanning, het gezamenlijke plezier. Ik weet niet precies wat die kinderen die week thuis allemaal verteld hebben, maar ik heb wel een vermoeden.

En wat denkt u: Hoe zou hun gevoel zijn ten opzichte van de school?

Wat je geeft krijg je terug

Natuurlijk, kinderen gaan naar school om zich te ontwikkelen…lezen, schrijven, rekenen, luisteren… er is veel te leren en regelmatige herhaling is absoluut noodzakelijk. Maar als een school vooral werken, opletten, leren (vaak uit het hoofd) en proefwerken maken is, dan evolueert de schooltijd in een sleur. Dan verandert de school in een soort gevangenis met veel plichten en weinig rechten, laat staan in plezier en motivatie. Dit geldt overigens ook voor leerkrachten.

Het is van zeer groot belang dat kinderen (en leerkrachten) de school niet zien als een werkfabriek. Gelukkig zijn er op een lagere school nog Sinterklaas (hoewel die steeds meer ondergeschoven lijkt te raken), Kerst en het nuttigen van een paaseitje en is er incidenteel een sportdag. Dat is echter te weinig compensatie.

‘Het is leuk op school’ moet dagelijks gevoed worden in de klas. Hoe de leerkracht omgaat en open staat voor de kinderen is daarbij van wezenlijk belang en daarnaast moet elke dag eigenlijk anders zijn… variatie dus! Door speciale activiteiten op school te organiseren moet het positieve schoolgevoel versterkt worden. Belangrijke pijlers daarbij zijn ‘op schoolkamp gaan’ en een afscheidsmusical. Rooster(!) technisch moet daar ruimte voor zijn. Het voorkomt problemen, je kunt problemen sneller en gemakkelijker  oplossen en kinderen zullen meer ‘hun best’ doen en betrokken zijn. Trouwens ook voor een leerkracht wordt het werk er een stuk aantrekkelijker en meer de moeite waard door.

Wat je geeft, krijg je terug. Denk daar a.u.b. goed over na.

Op een middelbare school zullen de studenten zelf meer initiatief moeten nemen. Organiseer in overleg en in samenwerking met de mentor leuke activiteiten. Voorwaarde is natuurlijk wel dat ze daarvoor de ruimte krijgen. Ik vrees echter dat dit idee utopisch is. Ik hoorde van een VWO3 studente dat ze liever thuis zit, dan ‘iets leuks te doen’ met de klas. Laat staan dat ze zelf daarin een rol zou spelen. We zijn op weg naar een nogal andere maatschappij… of…?

 

  1. EEN SCHITTEREND VOORBEELD

 

In de klas, zo rond april/mei, wordt gestart met het thema ‘Egypte’. De kinderen worden naar eigen keuze ingedeeld in groepen en krijgen een vraag voorgeschoteld die te maken heeft met het Oude Egypte. Een vraag zoals bijvoorbeeld: Waarom geloofden de Egyptenaren in een leven na de dood? Een groep overlegt, maakt een taakverdeling passend bij de aanwezige talenten, en krijgt door middel van onderzoek te maken met Zonnegod Ra, de Osiris-mythe, scarabeeën,  het dodenrijk, de reis door de onderwereld, de zaal van de twee waarheden. Ook de andere groepen onderzoeken een bepaalde vraagstelling, zodat alle groepen samen elkaar aanvullen en een totaalbeeld geven. De gevonden informatie wordt per groep verwerkt in een muurkrant en gepresenteerd door middel van een toneelstuk.

Dit is onderwijs. Er wordt kennis opgedaan, vaardigheden (lees-, schrijf-, spreek- en luistervaardig, ICT-gebruik, muurkrant samenstellen), worden getraind, er is veel ruimte voor creativiteit en fantasie en het barst van de sociale aspecten (individueel werken, samen werken, rekening met elkaar houden, afspraken maken en nakomen, verantwoordelijkheid, zelfstandigheid). Aanwezig talent kan op verschillende manieren aangesproken en ‘gebruikt’ worden. Totaalonderwijs heet zoiets. Veel scholen willen dit en hebben een tekst als  ‘we willen het kinderen zo breed mogelijk ontwikkelen’ als hun visie, maar in de praktijk…

De brief

De kinderen zijn een aantal weken met het thema bezig. Dan arriveert er op school, na de laatste presentatie, een brief. Een vreemde brief… van een archeoloog. Deze man (de heer Carter) vraagt aan de kinderen of ze tijdens het schoolkamp (Ja, de kinderen van klas 6 gaan op schoolkamp, want er zijn gelukkig nog leerkrachten die zich hiervoor in willen zetten) iets voor hem willen doen. Het thema van het schoolkamp is ‘Egypte’ en al op de eerste kampavond krijgt elke kampgroep (na een raadselachtig spel) een geheime opdracht van de archeoloog. Gedurende de kampdagen staat alles in het teken van die geheime opdrachten en net als in de klas presenteren de groepen op de laatste kampavond wat ze hebben ontdekt en ontstaat er een totaalbeeld.  Carter de archeoloog is daarbij ook aanwezig en blijkt de groepen gebruikt te hebben om een gevaarlijk plan uit te kunnen voeren.  En dan begint het laatste spel, een spannend avontuur dat toch altijd goed afloopt.

Dit is een schoolkamp. Een belevenis om nooit te vergeten, waarbij kennis, spelvreugde, samen plezier hebben, elkaar nodig hebben om een (groot) probleem op te lossen, vermoeidheid, ergens anders slapen, rekening met elkaar houden, een ander stuk leerkracht, gezelligheid (en ga zo maar door) bij elkaar komen. En dus niet… kamp… een spelletje, zwemmen bij het strand, een pizza eten, een playbackshow of zoiets.

Onvergetelijk

Maar we zijn nog niet klaar. De informatie van Egypte die in de klas is gaan leven en tijdens het schoolkamp voor een deel ‘echt’ werd + de personages die de kinderen  tijdens het schoolkamp zijn tegengekomen worden gebundeld in een verhaal. Een verhaal met muzikale aanvullingen. Een musical.

De laatste maand van de schooljaar zijn de kinderen, wederom gezamenlijk, bezig met de voorbereiding op een musical die begint in de Egyptische woestijn en waarin je wordt meegenomen naar het rijk van een Farao. Een heerlijke mix van spanning en humor. Een prachtige manier om als zesde klasser afscheid te nemen van de school waar je zes jaar (of langer) op hebt gezeten. Onvergetelijk.

Wat vindt u ervan? Zou u dit als kind niet willen meemaken? Zou het de kinderen van de lagere klassen ook inspireren en motiveren als ze weten dat dit in klas 6 tot de mogelijkheden behoort? Kun je als school dit de kinderen voorhouden om bepaalde waarden en normen duidelijk te maken? Is het voor een kind dat zoiets meemaakt niet alleen een memorabele momentopname, maar zal het ook een positief effect hebben op de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid? Ik denk het wel.

Ik hoop een beetje  aangestipt te hebben hoe belangrijk een goed contact en een fijne sfeer zijn. Vergis u niet. Die kinderen hebben in die jaren veel geleerd. Hun adviezen waren behoorlijk. Als kinderen gemotiveerd zijn, dan gaat ontwikkeling vanzelf.