fragment uit dood gewone verhalen

‘Kijk hier zijn de Kuifje-strips.’

Finn keek naar de stripboeken. Hij had ze vroeger allemaal gelezen.
Bovenaan hing een groot plakkaat met scenes uit de Kuifje-verhalen waarop niet alleen ‘Tintin’ maar ook andere belangrijke personages uit zijn strips waren afgebeeld. Daaronder stonden de stripboeken, zowel in het Nederlands als in het Frans.

Ze hadden beiden goed geslapen en waren na een klein ontbijt (ze waren niet van die ontbijt-mensen) naar het museum gelopen. Daar waren ze via een smalle gang in deze grote ruimte terechtgekomen, waar het barstte van de stripboeken.
Leuk om te zien, ook al omdat het je deed terugdenken aan je jeugd.
Archie, de man van staal, Lucky Luke, Asterix & Obelix en natuurlijk ook Suske & Wiske… daarnaast nog vele, vele andere… waarvan ze een heleboel niet kenden.
Natysha genoot ook van deze plek.
Niet zozeer omdat ze een stripboeken-fan was, maar vooral omdat ze zich goed voelde. Er waren hier verschillende andere mensen en ze had nauwelijks op hun gezichten gelet.
Ze had langzaam het gevoel gekregen dat ze hun achtervolgers, in ieder geval voor dit moment, van zich af hadden geschud.
Haar oog viel op een vrij grote poster die was bevestigd op een staander… Een witte auto die veel weg had van hun auto.
Erbij een tekst:

Net nieuw:

‘De vlucht’.

Eronder lagen een aantal losse stripverhaalbladen. Als aangetrokken door een magneet liep ze er naar toe. Finn zag haar opeens weglopen en keek waar ze heen liep.
Een grijns verscheen op zijn gezicht.
Natysha kon niet geloven wat ze zag. Op het eerste stripblad zag ze een goedgelijkende afbeelding van de Moulin Rouge, groot getekend.
Vervolgens een plaatje van een terras met daarop een man en een vrouw.
Het kader eronder:

Dit kon niet waar zijn.
Ze wilde Finn roepen, maar haar ogen schoten naar het tweede stripblad.
Mont Saint-Michel met op de achtergrond een stripwolk met erin:

Alweer dezelfde twee stripfiguren, de man en de vrouw.
Die man en die vrouw dat waren zij.
Natuurlijk afgebeeld als stripfiguur, maar duidelijk herkenbaar. Ze draaide haar hoofd naar het derde blad. Nu stond alleen de vrouw erop.
De vrouw… zij… keek naar een aantal stripbladen.
‘Dat is wel heel raar.’
Ze maakte een schokkende beweging toen ze de stem vlakbij hoorde. Ze draaide haar hoofd naar de stem.
Finn stond naast haar en staarde naar de stripbladen.
‘Kom we gaan hier weg’.